Een termijn van orde….

Al eerder kwam op deze site het begrip ‘redelijke beslistermijn’ aan de orde. Dit in het kader van de termijn die mag verstrijken tussen het moment van de aankondiging van het voornemen tot het opleggen van een boete tot het moment dat de definitieve boete wordt opgelegd. Een andere termijn die vaak wordt genoemd is de zogenaamde 13 weken termijn: Binnen 13 weken na dagtekening van een proces-verbaal van de NVWA moet door het bevoegde gezag een besluit worden genomen over de boete. Hoe deze termijn moet worden geïnterpreteerd blijkt uit onderstaand voorbeeld: Bij besluit van 16 december 2010 heeft de staatssecretaris aan appellant een bestuurlijke boete opgelegd wegens overtreding van… Lees meer

Lees verder

Verwijtbaarheid bij overschrijding van de gebruiksnormen

Regelmatig wordt in procedures rond de overschrijding van de gebruiksnormen een beroep gedaan op schuld en verwijtbaarheid: Er is weliswaar sprake van een overschrijding van de gebruiksnormen, maar dit kan niet worden aangemerkt als verwijtbaar: ‘de gehalten in de aangevoerde mest vielen hoger uit dan gedacht’ of juist ‘de gehalten in de afgevoerde mest vielen lager uit dan verwacht’. Gevoelsmatig en bezien vanuit de praktijk volledig te begrijpen, maar de rechter zal er ongevoelig voor zijn. Een belangrijk uitgangspunt binnen de Meststoffenwet (hierna: Msw) is de verantwoordingsplicht. Artikel 7 van de Msw stelt dat het verboden is om meststoffen op of in de bodem te brengen. In artikel 8 van… Lees meer

Lees verder

Ook in 2015 ontheffing voor de fosfaatgebruiksnorm via pilot Kringloopwijzer

Staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken heeft door middel van de Kennisgeving ontheffingen Meststoffenwet BEP Pilot 2015  bekend gemaakt, aan maximaal 150 melkveebedrijven ontheffing te willen verlenen om af te wijken van de fosfaatgebruiksnorm. Een en ander vindt plaats in een pilot waarbij in het kader van het vijfde actieprogramma Nitraatrichtlijn via praktijkbedrijven wordt verkend of implementatie van fosfaatevenwichtsbemesting op basis van de Kringloopwijzer in de praktijk goed te borgen is, zonder extra handhavingslasten voor de overheid. In de pilot  wordt ervaring opgedaan worden met borging en handhaving van een dergelijk bedrijfsspecifiek systeem en worden de juridische en praktische mogelijkheden voor een eventuele wettelijke verankering verkend. De pilot gaat het tweede jaar in. Ten behoeve van de pilot is  een platform opgericht dat… Lees meer

Lees verder

Spuiwater als meststof

Helicon opleidingen in Boxtel organiseerde onlangs een bijeenkomst over spuiwater als meststof. Tijdens deze bijeenkomst kwamen de technische aspecten van spuiwater als meststof aan de orde. Zo werd gesproken over de producteigenschappen van spuiwater en de machines die kunnen worden gebruikt voor de toediening ervan (zie ook het filmpje hieronder). Daarbij werd, omdat het gaat om een vloeibare meststof, vaak de verbinding gemaakt met precisiebemesting. De toepassing van vloeibare meststoffen vindt immers plaats in de rij, waarbij de dosering kan worden aangepast tijdens het toedienen. Vloeibare meststoffen zijn hiervoor meer geschikt dan korrelmeststoffen.   Spuiwater is een restproduct van een luchtwassysteem. Spuiwater is ook een meststof in opkomst. Sommigen noemen het de stikstofmeststof van de 21e eeuw. Of… Lees meer

Lees verder

Mestanalyses niet betrouwbaar? Moeilijke zaak….

Een argument dat vaak door veehouders wordt aangevoerd in hun verweer tegen een opgelegde mestboete, is dat de analyseresultaten van de van het bedrijf afgevoerde mest niet betrouwbaar zijn. Ondanks deed de rechter uitspraak in een zaak waarin een veehouder dit argument aanvoerde (ECLI:NL:RBMNE:2015:347). Hij onderbouwde zijn argument met de resultaten van analyses die hij had laten uitvoeren van een door hem zelf genomen monster. Hij had deelmonsters genomen van het monster en deze opgestuurd naar verschillende laboratoria. Uit de resultaten kwamen grote verschillen naar voren. Als er verschillende analysewaarden uit één monster komen, zo stelde hij, dan is de bepaling van de gehalten aan fosfaat en stikstof in de door hem afgevoerde mest ook niet… Lees meer

Lees verder

Hoe zat het ook weer met mest uitrijden in 2015?

Vanaf 16 februari mag er weer drijfmest op grasland worden uitgereden. Dit mocht al eerder op bouwland, maar door de natte omstandigheden is het er wellicht nog niet van gekomen. Maar hoe zat het ook weer met de verschillende uitrijdperioden voor dierlijke mest? Hieronder een kort overzichtje:  Grasland Op alle grondsoorten mag u van 16 februari tot 1 september drijfmest uitrijden. Op zand en lössgrond mag u van 1 februari tot 1 september vaste mest uitrijden. Op klei- en veengrond mag u van 1 februari tot 16 september vaste mest uitrijden. Bouwland Op alle grondsoorten mag u van 1 februari tot 1 augustus drijfmest uitrijden. Tot 1 september uitrijden is… Lees meer

Lees verder

Niet genoeg monster: toch analyse….

In een eerder bericht is ingegaan op de problemen die ontstonden omdat met de huidige monsterverpakkingen voor de analyse van mest een onvoldoende hoeveelheid mestmonster werd aangeleverd.  Vanwege het nieuwe AP05 dat per 1 januari 2015 van kracht is geworden, mochten laboratoria dergelijke monsters niet langer in behandeling nemen en werden ze afgedaan tegen de forfaitaire gehalten (zie dit bericht). Vooral bij vaste mest bleek het in sommige gevallen onmogelijk om het benodigde monstervolume in de daarvoor bestemde pot of zakje te krijgen. Het ministerie heeft naar aanleiding van signalen uit de praktijk laten weten de aanscherping van de eisen met betrekking tot het minimale gewicht van een mestmonster tot 1 april 2015 op te schorten.  Monsters… Lees meer

Lees verder

Nieuwe forfaitaire normen voor mest

Op de website van RVO.nl zijn de nieuwe forfaitaire normen voor de verschillende mestsoorten gepubliceerd. Ten opzichte van 2014 zijn de normen aangepast voor vrijwel alle mestcodes van de diersoorten rundvee, kippen, varkens, geiten, schapen, nertsen en eenden. Een paar voorbeelden: mestcode 41: gier en filtraat na mestscheiding (varkens): 2014: 3,9 kg stikstof en 1,1 kg fosfaat per ton 2015: 1,4 kg stikstof en 0,9 kg fosfaat per ton mestcode 10: vaste mest (rundvee) 2014: 6,3 kg stikstof en 3,7 kg fosfaat per ton 2015: 7,7 kg stikstof en 4,3 kg fosfaat per ton mestcode 33: mestband + nadroog (kippen) 2014: 35,1 kg stikstof en 28,1 kg fosfaat per ton… Lees meer

Lees verder

Niet genoeg monster: forfaitaire gehalten

Sinds 1 januari 2015 is een nieuw analyseprotocol dierlijke mest (AP05: Uitvoeringsregeling Meststoffenwet artikel 80 en 81) voor  laboratoria van kracht. Naast aanpassingen op laboratoriumtechnisch gebied, worden er ook strengere eisen gesteld aan de mestmonsters die wel of juist niet in behandeling mogen worden genomen. In het nieuwe AP05 wordt gesteld dat een laboratorium een monsterverpakking waarin te weinig monster zit niet meer in behandeling mag nemen. De bijbehorende vracht mest wordt dan op forfaitaire basis afgerekend (klik hier voor een artikel uit Nieuwe oogst). Kort samengevat betekent dit het volgende: Minimum hoeveelheid monster Vloeibare mestmonsters die minder dan de voorgeschreven 650 ml bevatten, mogen niet geanalyseerd worden en worden… Lees meer

Lees verder

Een Pyrrhus-overwinning

Een Pyrrhus-overwinning is een overwinning die dezelfde uitwerking heeft als een nederlaag. Anders gezegd betekent het dat wat een overwinning lijkt, eigenlijk een verlies is; een “valse” overwinning. De uitdrukking is ontleend aan de veldslagen die Pyrrhus  leverde tegen de Romeinen. Ook in procedures in het kader van de Meststoffenwet is soms sprake van een Pyrrhus-overwinning, zoals onderstaand voorbeeld duidelijk maakt. Het voorbeeld betreft een varkensbedrijf  dat van RVO een voornemen tot het opleggen van een  boete ontving, vanwege het niet voldoen aan de verantwoordingsplicht voor stikstof in dierlijke mest. Naar aanleiding van de tegen dit voornemen ingediende zienswijze paste RVO een correctie toe op basis van de rekenregels van het zogenaamde stikstofgat.  Hierdoor… Lees meer

Lees verder