Wegstrepen vrachten koek na mestscheiding met hoge gehalten

Onlangs deed de rechtbank Oost Brabant uitspraak in een zaak waarin  – kort en zakelijk beschreven – een melkveehouder (hierna: eiseres), ongeveer 600 ton rundveemest had gescheiden. De koek na mestscheiding,  110 ton, was door middel van drie vrachten van het bedrijf afgevoerd. Uit de analyses van de monsters van deze vrachten kwamen hogen gehaltes aan stikstof en fosfaat. Gehalten die – volgens de minister – uitsluitend door manipulatie tot stand konden zijn gekomen. De drie afgevoerde vrachten zijn daarop door de minister onder verwijzing naar artikel 3 van de Meststoffenwet (hierna: Msw)  volledig buiten beschouwing gelaten bij de berekening of aan de gebruiksnormen en de mestverwerkingsplicht is voldaan en… Lees meer

Lees verder

Een herhaalde overtreding of herhaling van een overtreding?

Onlangs deed de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak in een zaak waarin onder andere het onderscheid tussen een herhaalde en een zelfstandige overtreding aan de orde kwam. Eiseres heeft een vleesverwerkend bedrijf met onder meer een slachterij. Wanneer slachtvee (varkens en runderen) naar de slachterij wordt aangevoerd in veewagens, worden die wagens, nadat ze zijn gelost, ter plekke gereinigd en ontsmet. Daarbij wordt het in de veewagens gebruikte zaagsel uit de veewagens verwijderd. Dit zaagsel is tijdens het transport vermengd met uitwerpselen van het slachtvee. Sinds 2007 voert [bedrijf] B.V. (hierna: de vervoerder) dit mengsel van zaagsel en mest (hierna verder te noemen: ZM) af van de slachterij. In het rapport van… Lees meer

Lees verder

Redelijke termijn bij terugbetalen onverschuldigde boete

Wie een boete voor bijvoorbeeld het vermeende niet voldoen aan de gebruiksnormen krijgt opgelegd, dient ook wanneer hiertegen bezwaar wordt aangetekend de boete betalen of tenminste een regeling daarvoor te treffen. Wanneer betrokkene in bezwaar of beroep alsnog in het gelijk wordt gesteld wordt het onverschuldigde – maar al wel betaalde – boetebedrag (inclusief wettelijke rente) terug betaald. Dat dit niet altijd soepel verloopt en daarbij van belang is welk verzoek wordt gedaan en termijnen worden betracht blijkt uit onderstaande zaak waarin de Rechtbank Overijssel onlangs uitspraak deed. In deze zaak heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: de minister) bij besluit van 14 februari 2019 het bezwaar… Lees meer

Lees verder

Geheime marges niet toegestaan

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College) heeft op 18 december 2018 in een drietal hoger beroepen de boetes voor overtreding van de Meststoffenwet geschrapt. Het College oordeelde in deze uitspraken dat het de veehouders aan een redelijke mogelijkheid ontbrak om zich te verweren tegen het feit dat hun mestboekhouding niet sluitend was of niet werd voldaan aan de gebruiksnormen en de conclusie van de minister dat zij de Meststoffenwet zouden hebben overtreden. Veehouders moeten een mestboekhouding voeren, waarin zij productie, afvoer en opslag van mest verantwoorden. Als die boekhouding niet sluit of de gebruiksnormen worden overschreden dan vormt dat een aanwijzing voor het niet voldoen aan… Lees meer

Lees verder

Grondgebruikersverklaring ook schriftelijk beëindigen

Wanneer zogenaamde ‘losse grond’  tijdelijk in gebruik wordt genomen of uit gebruik wordt gegeven wordt dit vaak via een zogenaamde grondgebruikersverklaring geformaliseerd. Daarbij komt het regelmatig voor dat daarbij een stilzwijgende verlenging wordt afgesproken of de gebruikersverklaring wordt aangegaan ‘tot wederopzegging‘. Dat het verstandig is om ook een einddatum op te nemen in een dergelijke overeenkomst of de overeenkomst schriftelijk te beëindigen blijkt uit onderstaande zaak waarin het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College) onlangs uitspraak deed. Appellante heeft op 12 mei 2016 een Gecombineerde opgave bij RVO ingediend waarin zij om uitbetaling van de basis- en vergroeningsbetaling en de extra betaling voor jonge landbouwers voor 2016,… Lees meer

Lees verder

Zorgplicht bij de aanvoer van mest

De Meststoffenwet gaat uit van een verdeling van de bewijslast waarbij de veehouder aan moet tonen dat hij binnen de gebruiksnormen is gebleven. Dit vraagt om extra waakzaamheid zoals blijkt uit onderstaande zaak waarin het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College) onlangs tussenuitspraak deed. Naar aanleiding van een landelijk onderzoek naar leveringen van mest waarbij op de vervoersdocumenten een fictieve afnemer zou zijn vermeld, te weten “Groenerije” of “CTE Service” is een onderzoek gestart naar melkvee- en loonbedrijf [naam 1]. Uit dit onderzoek bleek dat in de periode van 28 april 2009 tot en met 23 juni 2009 twintig vrachten met dierlijke mest op de bedrijfslocatie van [naam… Lees meer

Lees verder

Bij twijfel over de gehalten in koek na mestscheiding moet eerst de afvoer aannemelijk kunnen worden gemaakt

Onlangs deed de Rechtbank Limburg uitspraak in een zaak waarin de afvoer van twee vrachten koek na mestscheiding van het bedrijf van eiseres door verweerder was geschrapt. Uit een onderzoek naar het bedrijf Hamefo Nederland BV (Hamefo), is gebleken dat dit bedrijf Vervoersbewijzen Dierlijke Meststoffen (VDM’s) voor transporten van dierlijke mest opmaakte en registreerde, maar deze transporten in werkelijkheid niet zou hebben uitgevoerd. Het betrof veelal vrachten koek na mestscheiding die zouden zijn vervoerd naar Mestverwerking Fryslȃn BV (MVF). De analyses van deze vrachten vertoonden bovendien vaak opmerkelijk hoge stikstof- en fosfaatgehaltes. Het vermoeden is dat ten tijde van een werkelijk mesttransport extra VDM’s werden ingevuld. Op deze VDM’s werd… Lees meer

Lees verder

Fosfaatrechten van ingeschaarde dieren

Fosfaatrechten worden toegekend op basis van het aantal stuks melkvee dat op 2 juli 2015 op een bedrijf werd gehouden. Daarbij geldt als uitgangspunt dat het houderschap en niet de eigendomssituatie met betrekking tot dat melkvee doorslaggevend is. In het geval van in- en uitscharen van dieren worden de fosfaatrechten  daarmee toegekend aan de inschaarder. Vervolgens biedt de wet de mogelijkheid om indien een landbouwer voor 1 april 2018, had gemeld en aangetoond dat hij op 2 juli 2015 melkvee had uitgeschaard, het fosfaatrecht kon worden herverdeeld. Hierbij wordt het fosfaatrecht van de uitschaarder  verhoogd en het fosfaatrecht van de inschaarder, met diens instemming, verlaagd.  Maar wat wanneer de inschaarder… Lees meer

Lees verder

Wie moet wat bewijzen ?

De verdeling van de bewijslast binnen de Meststoffenwet is soms lastig te bevatten. Of toch niet ? Onlangs deed het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College) uitspraak in een zaak waarbij men in de uitspraak een duidelijke uitleg van de bewijslast gaf in de context van de betreffende zaak. Uit het strafrechtelijke onderzoek “Osagedoorn” bleek dat dierlijke meststoffen vermoedelijk fictief zijn afgeleverd op naam van diverse particulieren terwijl deze vrachten in waarschijnlijk zijn geleverd aan landbouwbedrijven. Een van die landbouwbedrijven is het bedrijf van appellant. Zowel in 2010 als in 2011 zijn vier vrachten dierlijke meststoffen geleverd op het adres van appellant waarbij op de van deze… Lees meer

Lees verder

Tijdige actie geboden bij hogere gehalten in aangevoerde mest

Een onzekere factor bij de levering van mest zijn de gehalten die volgen uit de analyse. Hoewel in de meeste gevallen daarvoor redelijk goed een bandbreedte kan worden aangegeven vallen de gehalten soms hoger of juist lager uit dan vooraf verwacht. Vooral bij hogere gehalten kan een situatie ontstaan waarbij daardoor de gebruiksnormen worden overschreden door de aanvoerende partij. Een vervelende situatie die  nog vervelender kan worden wanneer daar niet tijdig op wordt gereageerd. Dit blijkt ook uit onderstaand geschil waarin de Rechtbank Overijssel onlangs uitspraak deed. [X] heeft in de periode van maart tot en met april 2012 ongeveer 600 ton mest geleverd aan [A]. Deze mest is gewogen en bemonsterd. Het gehalte aan fosfaat blijkt echter… Lees meer

Lees verder