Grondgebruikersverklaring ook schriftelijk beëindigen

Wanneer zogenaamde ‘losse grond’  tijdelijk in gebruik wordt genomen of uit gebruik wordt gegeven wordt dit vaak via een zogenaamde grondgebruikersverklaring geformaliseerd. Daarbij komt het regelmatig voor dat daarbij een stilzwijgende verlenging wordt afgesproken of de gebruikersverklaring wordt aangegaan ‘tot wederopzegging‘. Dat het verstandig is om ook een einddatum op te nemen in een dergelijke overeenkomst of de overeenkomst schriftelijk te beëindigen blijkt uit onderstaande zaak waarin het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College) onlangs uitspraak deed. Appellante heeft op 12 mei 2016 een Gecombineerde opgave bij RVO ingediend waarin zij om uitbetaling van de basis- en vergroeningsbetaling en de extra betaling voor jonge landbouwers voor 2016,… Lees meer

Lees verder

Grasland scheuren of vernietigen

Het scheuren, doodspuiten of vernietigen van grasland is aan regels gebonden. Die regels gelden voor percelen die worden gebruikt voor voerproductie of beweiding en voor ten minste met 50% met gras beteeld zijn (of waren). De regels gelden dus niet voor grasland dat wordt gebruikt voor graszaad, graszoden, siergrassen of groene braak. De afgelopen periode hebben veel percelen grasland  ernstig geleden onder de droogte. Zo ernstig wellicht dat wordt overwogen het grasland opnieuw in te zaaien. Let daarbij wel op de regels want dit mag niet altijd en niet zomaar. Hieronder een korte samenvatting van de verschillende regels:   Klei en veengrond Gras op klei- veengrond mag in verschillende perioden… Lees meer

Lees verder

Zorgplicht bij de aanvoer van mest

De Meststoffenwet gaat uit van een verdeling van de bewijslast waarbij de veehouder aan moet tonen dat hij binnen de gebruiksnormen is gebleven. Dit vraagt om extra waakzaamheid zoals blijkt uit onderstaande zaak waarin het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College) onlangs tussenuitspraak deed. Naar aanleiding van een landelijk onderzoek naar leveringen van mest waarbij op de vervoersdocumenten een fictieve afnemer zou zijn vermeld, te weten “Groenerije” of “CTE Service” is een onderzoek gestart naar melkvee- en loonbedrijf [naam 1]. Uit dit onderzoek bleek dat in de periode van 28 april 2009 tot en met 23 juni 2009 twintig vrachten met dierlijke mest op de bedrijfslocatie van [naam… Lees meer

Lees verder

RVO publiceert een aantal handhavingsmarges

Onlangs heeft RVO een aantal handhavingsmarges gepubliceerd die men toepast bij  de uitvoering en handhaving van de Meststoffenwet. RVO behandelt op de pagina een aantal correcties of handhavingsmarges. U kunt ze vinden op deze pagina. Concreet worden genoemd:   18%-correctie fosfaat bij voeren van brijvoer aan varkens Brijgevoerde varkens leggen 18% meer fosfaat vast dan drooggevoerde varkens (11,9 vs. 10,1 g/kg levend gewicht); dit blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Omdat er meer fosfaat in het dier wordt vastgelegd, wordt er minder fosfaat uitgescheiden via de mest. Als u aannemelijk maakt dat de varkens gevoerd zijn met brijvoer, dan houdt RVO hier  de posten begin- en eindvoorraad dieren en aan- en afgevoerde… Lees meer

Lees verder

Dijken: landbouwgrond of niet?

LET OP: Dit artikel dateert uit 2018. Sinds het kalenderjaar 2019 is de regelgeving gewijzigd. Onderstaande geldt uitsluitend voor het kalenderjaar 2018. Het gewas natuurlijk grasland, hoofdfunctie landbouw (gewascode 336) kunt u niet meer opgeven in Mijn percelen en in de Gecombineerde opgave. Nu geeft u in de Gecombineerde opgave aan dat u percelen als natuurterrein in gebruik heeft volgens de mestwetgeving. Of u heeft een primaire waterkering zoals een dijk in gebruik en heeft hierover niet de beschikkingsmacht. Daarna geeft u per perceel aan voor welke percelen dit geldt. Voor de regels in 2019 wordt verwezen naar de pagina in deze link.   Begin april 2018 gaf RVO in… Lees meer

Lees verder

Bij twijfel over de gehalten in koek na mestscheiding moet eerst de afvoer aannemelijk kunnen worden gemaakt

Onlangs deed de Rechtbank Limburg uitspraak in een zaak waarin de afvoer van twee vrachten koek na mestscheiding van het bedrijf van eiseres door verweerder was geschrapt. Uit een onderzoek naar het bedrijf Hamefo Nederland BV (Hamefo), is gebleken dat dit bedrijf Vervoersbewijzen Dierlijke Meststoffen (VDM’s) voor transporten van dierlijke mest opmaakte en registreerde, maar deze transporten in werkelijkheid niet zou hebben uitgevoerd. Het betrof veelal vrachten koek na mestscheiding die zouden zijn vervoerd naar Mestverwerking Fryslȃn BV (MVF). De analyses van deze vrachten vertoonden bovendien vaak opmerkelijk hoge stikstof- en fosfaatgehaltes. Het vermoeden is dat ten tijde van een werkelijk mesttransport extra VDM’s werden ingevuld. Op deze VDM’s werd… Lees meer

Lees verder

Wie moet wat bewijzen ?

De verdeling van de bewijslast binnen de Meststoffenwet is soms lastig te bevatten. Of toch niet ? Onlangs deed het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College) uitspraak in een zaak waarbij men in de uitspraak een duidelijke uitleg van de bewijslast gaf in de context van de betreffende zaak. Uit het strafrechtelijke onderzoek “Osagedoorn” bleek dat dierlijke meststoffen vermoedelijk fictief zijn afgeleverd op naam van diverse particulieren terwijl deze vrachten in waarschijnlijk zijn geleverd aan landbouwbedrijven. Een van die landbouwbedrijven is het bedrijf van appellant. Zowel in 2010 als in 2011 zijn vier vrachten dierlijke meststoffen geleverd op het adres van appellant waarbij op de van deze… Lees meer

Lees verder

Een stikstofgat op graasdierbedrijven: kan dat?

Het gebeurt regelmatig: bij het opstellen van een berekening om te bezien of is voldaan aan de  gebruiksnormen op een veehouderijbedrijf: Er wordt ruim voldaan aan de gebruiksnorm voor fosfaat, maar voor de gebruiksnorm voor stikstof in dierlijke mest is dit niet het geval is.  Dit terwijl er (berekend op basis van de verwachting) en de mutatie van de voorraden dierlijke mest meer dan voldoende dierlijke mest (volume) werd afgevoerd. Dit fenomeen wordt het ‘stikstofgat’ of ‘stikstofhiaat’ genoemd. Het probleem van het stikstofgat wordt ook binnen het beleid en de handhavingspraktijk onderkend. Inmiddels is correctie voor het stikstofgat gangbare praktijk in bepaalde sectoren (staldieren) en onder bepaalde omstandigheden (voldoende representatieve… Lees meer

Lees verder

Wanneer is sprake van een bedrijf ?

De Meststoffenwet (hierna: Msw) is van toepassing voor bedrijven. Maar wanneer sprake is van een bedrijf? Soms is dat in geschil, zoals in onderstaande zaak waarin de Rechtbank Limburg onlangs uitspraak deed. Eiser en zijn echtgenote bezitten een kasteel met onder andere 2,5 hectare grasland en 2 hectare fruitboomgaard. Op het grasland en tussen de fruitbomen grazen twee pony’s. Het gras wordt gemaaid om de grond rondom het kasteel te onderhouden. Het gemaaide gras, wordt aan de pony’s gevoerd. De pony’s worden hobbymatig gehouden. Het fruit dat de fruitboomgaard oplevert wordt niet verhandeld. Verweerder heeft geconstateerd dat eiser drie vrachten varkensdrijfmest heeft aangevoerd met daarin 771 kilogram stikstof en 432… Lees meer

Lees verder

Opgeven van de voorraad dierlijke mest in de Aanvullende Gegevens Landbouwbedrijven

Een groot aantal bedrijven heeft onlangs weer het verzoek gekregen om voor 1 februari 2018 de zogenaamde aanvullende gegevens landbouwbedrijven 2017 (hierna: AGL2017) door te geven aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO). Een onderdeel van deze opgave is de voorraad dierlijke mest per 31 december 2017. Het belang van deze opgave mag niet worden onderschat. RVO stelt grote waarde te hechten aan de opgave van een ondernemer en daar zonder zeer concrete motivatie ook niet meer van af te wijken. De basis voor de voorraadbepaling wordt gevonden in artikel 68, lid 3 van het uitvoeringsbesluit Meststoffenwet (hierna Urm) waarin wordt gesteld:  ’De op een bedrijf waar dierlijke meststoffen… Lees meer

Lees verder