Buiten beschouwing laten van vrachten afgevoerde mest: alleen bij concrete feiten

Onlangs deed het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College) uitspraak in een casus die handelde over de vraag of de staatssecretaris terecht een aantal vrachten afvoer van vaste rundveemest buiten beschouwing had gelaten als afvoer van mest. De casus De NVWA heeft een onderzoek uitgevoerd naar de naleving van de Meststoffenwet (Msw) door appellante in 2011. Daarin is waargenomen dat drie vrachten pluimveemest zijn vervoerd van een pluimveebedrijf naar het rundveebedrijf van appellante. Hiervan zijn geen vervoersbewijzen dierlijke meststoffen (hierna: VDM) opgemaakt, de transporten zijn niet uitgevoerd door een geregistreerde intermediair en er is niet voldaan aan de overige verplichtingen die van toepassing zijn bij het vervoeren van dierlijke… Lees meer

Lees verder

Vormen hobbydieren met een weide een landbouwbedrijf?

Onlangs deed het College voor Beroep van het bedrijfsleven (hierna: het College) uitspraak in een casus die handelde over de vraag of een particulier met enige grond een dient te worden aangemerkt als een landbouwbedrijf en daarmee in aanmerking kan komen voor overtreding van artikel 7 en 8 van de Meststoffenwet (hierna: Msw). De casus had ook betrekking op het onderwerp dat ook in het vorige bericht over het verschil tussen landbouwgrond en overige gronden aan de orde kwam. De casus was in zoverre bijzonder dat de particulier in kwestie (hierna: verweerder) in eerste instantie door de Rechtbank in het gelijk was geteld en de Staatssecretaris (hierna: appellant) beroep had… Lees meer

Lees verder

Afspraken rond mestaanvoer vereisen ook aanvullende controle

Onlangs deed de Rechtbank Noord Holland uitspraak in een casus waarin (onder andere) aan de orde kwam in hoeverre sprake is van verwijtbaarheid bij de overschrijding van de gebruiksnormen wanneer hierover  afspraken met derden zijn gemaakt. In de bewuste casus had de eigenaar van een manege een mestafzetovereenkomst gesloten met een derde. Daarin was overeengekomen dat deze derde,  rundveemest mocht toedienen op het grasland dat in gebruik was bij de manege, mits hij daarbij binnen de toegestane gebruiksnormen zou blijven. Bij brief van 22 maart 2013 heeft RVO (hierna: verweerder) de manege meegedeeld dat men bezig was met een onderzoek naar de hoeveelheid meststoffen die waren gebruikt in 2012 en in dit verband om aanvullende informatie verzocht.… Lees meer

Lees verder

Boetesystematiek Meststoffenwet blijft ongewijzigd

Per brief heeft Staatsecretaris van Dam gereageerd op de motie Dijkgraaf c.s. waarin de regering werd verzocht de regelgeving van de Meststoffenwet zo aan te passen dat bestuurlijke boetes naar beneden kunnen worden bijgesteld als de aard en zwaarte van de overtreding daar aanleiding toe geven. In zijn antwoord geeft de Staatsecretaris aan niet voornemens te zijn de motie uit te voeren. Enerzijds wil hij het  afschrikkende effect behouden dat de (hoge) boetebedragen op dit moment hebben. Anderzijds geeft hij aan dat de wet  de mogelijkheid tot matiging al kent en daar in de praktijk ook regelmatig gebruik van wordt gemaakt. Hij verwijst in dat kader naar het feit dat bij de vaststelling van de boetebedragen in de mestwetgeving overeenkomstig de Algemene… Lees meer

Lees verder

Over een oude bezinklaag…

Onlangs deed het College voor Beroep van het bedrijfsleven (hierna: CBb) een (tussen)uitspraak in een langlopende zaak die handelde over het wel of niet mogen inrekenen van een bezinklaag bij de bepaling van de eindvoorraad dierlijke mest. Aan een vleesvarkensbedrijf (hierna: appellante) werd over 2007 (!) een boete opgelegd vanwege het niet voldoen aan de verantwoordingsplicht. In bezwaar en beroep heeft appellante betwist deze overtreding te hebben begaan. Appellante voert aan aantoonbaar alle op haar bedrijf geproduceerde mest te hebben afgevoerd. Het aantal varkens dat is gehouden staat vast. Aan de hand daarvan kan de hoeveelheid geproduceerde mest worden berekend. Appellante heeft aangetoond al deze mest (gemeten in tonnen) te hebben afgevoerd en heeft… Lees meer

Lees verder

Internetconsultatie ontwerpwijziging Uitvoeringsregeling Meststoffenwet equivalente maatregelen

Staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken heeft een ontwerpwijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet,  waarin een verhoging van de fosfaatgebruiksnorm en stikstofgebruiksnorm bij het treffen van de equivalente maatregelen mogelijk wordt gemaakt, via een open internetconsultatie ter inzage gelegd. De inzagetermijn eindigt op 13 mei 2016. De ontwerpwijziging maakt een verhoging van de fosfaatgebruiksnorm of stikstofgebruiksnorm mogelijk indien een landbouwer ervoor kiest één van de volgende zogenaamde ‘equivalente maatregelen’ op bouwland te treffen: stikstof- en fosfaatgebruiksnormen afhankelijk van de gewasopbrengst; Een hogere stikstofgebruiksnorm bij vervanging dierlijke mest door kalkammonsalpeter (KAS), chilisalpeter, kalksalpeter, stikstofmagnesium of mineralenconcentraat; Een hogere stikstofgebruiksnorm bij rijenbemesting in mais op zand en lössgronden. Doel van de internetconsultatie is het… Lees meer

Lees verder

Wel een vervoersdocument, maar geen mesttransport…

Onlangs deed het College voor Beroep van het bedrijfsleven (hierna: het CBb) uitspraak in een zaak waarin sprake was van het niet naar waarheid verrichten van laad- en losmeldingen bij het vervoer van dierlijke mest en het niet naar waarheid opstellen van Vervoersdocumenten Dierlijke Meststoffen (hierna: VDM’s). Aan drie appellanten werden meerdere bestuurlijke boetes opgelegd van in totaal € 1.200,- per appellant. Grondslag voor de boete was een rapport opgemaakt door toezichthouders van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna: NVWA). Daarin werd geconstateerd dat appellanten zes keer de artikelen 55 en 56 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet hadden overtreden door vervoersgegevens over het laden en lossen van vaste mest vast te leggen met behulp van apparatuur… Lees meer

Lees verder

Ontheffing mestverwerkingsplicht alleen in uitzonderlijke individuele gevallen

Stel je start met een aantal veehouders een project om een mestverwerkingsinstallatie van de grond te krijgen. Door omstandigheden kost de feitelijke realisatie echter veel meer tijd dan verwacht. Dan maak je dubbele kosten: de inleg voor de ontwikkeling van de nog niet operationele verwerkingsinstallatie is al geïnvesteerd en je moet jaarlijks kosten maken om alsnog te voldoen aan de mestverwerkingsplicht. Een (tijdelijke) ontheffing van de mestverwerkingsplicht zou hier enige verlichting in kunnen bieden. Over deze kwestie deed het College voor Beroep van het bedrijfsleven (hierna: CBb) onlangs een uitspraak. Appellanten zijn enkele jaren gestart met een initiatief om te komen tot gezamenlijke mestverwerking en hebben daartoe een coöperatie opgericht. Het plan bevindt… Lees meer

Lees verder

Over de bewijskracht van GPS losmeldingen

Wanneer een vracht dierlijke mest wordt gelost of geladen, is het verplicht hiervan een zogenaamde GPS melding te doen. Op deze manier wordt de exacte positie van de los- of laadplaats van de betreffende vracht vastgelegd. Dat dergelijke GPS Losmeldingen ook tot discussie kunnen leiden, blijkt uit onderstaande uitspraak van het College voor Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College), die handelde over de bewijskracht die aan GPS losmeldingen mag worden toegekend. In de betreffende casus werd appellant verweten teveel mest te hebben aangevoerd en daarmee de gebruiksnormen te hebben overschreden. Het geschil spitste zich toe op de vraag of 12 vrachten dierlijke mest wel of niet door appellant zouden zijn aangevoerd.  Appellant zelf ontkent dat de twaalf vrachten  in haar… Lees meer

Lees verder

Kan ik nog VVO’s registreren na afloop van een kalenderjaar?

In 2014 is de zogenaamde mestverwerkingsplicht ingevoerd. Deze verplichting geldt voor veehouders die met hun dieren meer fosfaat produceren dan op de bij het bedrijf geregistreerde grond mag worden geplaatst. Wanneer dat het geval is moeten deze veehouders, afhankelijk van de regio waarin ze zijn gevestigd, een deel van dit fosfaatoverschot laten verwerken. De mogelijkheden hiertoe zijn via rechtstreekse verwerking of export (vervoersdocument mest met opmerkingscode code 61), niet-rechtstreekse verwerking of export oftewel de zogenaamde driepartijenovereenkomst (afgekort: 3PO of DPO) of via de overdracht van de verwerkingsplicht naar een collega via een zogenaamde Vervangende Verwerkingsovereenkomst (afgekort: VVO). Op het niet of niet volledig voldoen aan de verwerkingsplicht staat een boete van 11… Lees meer

Lees verder