Vanaf 1 januari 2015 zijn alle melkveebedrijven met een fosfaatoverschot verplicht om de KringloopWijzer in te vullen. Naar verwachting betreft dit ongeveer 60% van alle melkveebedrijven in Nederland. Met ingang van 1 januari 2016 breidt deze verplichting zich uit naar alle melkveebedrijven in ons land.

Het verplicht invoeren van de kringloopwijzer is een van de maatregelen die een aantal samenwerkende partijen (LTO, NZO, NAJK, Nevedi, VLB) in 2014 aankondigden. De partijen hopen op deze manier ontwikkelingsruimte voor de melkveehouderij te behouden en tegelijkertijd het realiseren van een betere mineralenefficiëntie te belonen. Niet iedereen is het daar mee eens: onlangs hebben de leden van de NMV zich uitgesproken tegen een verplichte invoering van de kringloopwijzer.

fosfaatkringloop
Een goed beeld van de mineralenkringloop op het bedrijf geeft inzicht (rode cijfers in kg fosfaat per ha)

Met de kringloopwijzer kunnen een tweetal voordelen voor een melkveebedrijf worden gerealiseerd: bedrijven die aan kunnen tonen dat de mestproductie van hun dieren lager ligt dan de forfaitaire normen, mogen rekenen met de lagere mestproductie. Het bekende BEX voordeel. Het tweede is dat bedrijven die aan kunnen tonen dat ze een hogere opbrengst in kilogrammen fosfaat realiseren van hun grond dan de gebruiksnorm, komen in aanmerking om gebruik te maken van een hogere (bedrijfsspecifieke) gebruiksnorm voor fosfaat. Dit laatste loopt momenteel in pilot-vorm voor een gelimiteerd aantal geselecteerde bedrijven.

Oorspronkelijk is de kringloopwijzer ontwikkeld als hulpmiddel om het mineralenmanagement op het bedrijf te ondersteunen. Het systeem brengt in beeld wat er onder de staart van de koe vandaan komt, hoeveel (weide)mest en kunstmest er wordt toegediend, hoeveel daarvan weer wordt onttrokken en hoeveel en waar mineralen verloren gaan. Of het systeem op dit moment ook solide genoeg is om als basis te dienen als basis voor regelgeving is de vraag. Zo schreven we hier al eerder over het feit dat uit onderzoek blijkt dat de bepalingsmethodiek voor ruwvoerkuilen een aanzienlijke afwijking toelaat. Het nadeel van een kringloopberekening is dat dergelijke afwijkingen gedurende de hele berekening mee blijven lopen.

Gelukkig levert de verplichte invoering van de kringloopwijzer in de huidige opzet voor niemand een echt nadeel op. Wie minder gunstig uitkomt kan uit blijven gaan van de forfaitaire normen en is daarmee alleen de tijd kwijt die is gemoeid met het aanmelden en invullen van de kringloopwijzer.

De verplichting tot het invullen van de kringloopwijzer is gesteld in de leveringsvoorwaarden van de zuivelorganisaties. Alleen door het invullen van de KringloopWijzer op www.dekringloopwijzer.nl kan een melkveehouder voldoen aan deze verplichting. Dit betekent dat iedere melkveehouder zich aan moet melden via de centrale database. Het aanmelden zou het invullen van de kringloopwijzer ook een stuk eenvoudiger moeten maken. In de database kunnen de gegevens van bijvoorbeeld de melkfabriek en de voerleveranciers rechtstreeks worden ingelezen. Dat scheelt dan weer tijd.