Het is inmiddels eind oktober 2015. Nog ruim 2 maanden voordat we 2016 schrijven. Welke percentages dan gelden voor de verwerkingsplicht van het fosfaatoverschot op bedrijfsniveau is op dit moment nog niet bekend.

voorpagina rapport
eerder dit jaar publiceerde het CDM haar advies

Eerder dit jaar publiceerde het College Deskundigen Meststoffenwet (hierna: CDM) haar advies voor de hoogte van de percentages in het 2016. In het basisscenario van dit advies stelde het CDM voor om in het ‘overschotsgebied Zuid’ een verwerkingspercentage van 74% te gaan hanteren en om in het ‘overschotgebied Oost’ uit te gaan van een verwerkingspercentage van 62%. Voor het gebied ‘overig’ zou het verwerkingspercentage van 10% gehandhaafd kunnen blijven.

In reactie op dit advies gaf staatsecretaris Dijksma aan in overleg met de landbouworganisaties te   treden en de definitieve mestverwerkingspercentages vast te zullen stellen.

Inmiddels hebben LTO en de NVV staatsecretaris Dijksma in een brief verzocht om de verwerkingspercentages voor dierlijke mest voor 2016 niet te verhogen ten opzichte van 2015, omdat de ontwikkeling van de mestverwerkingscapaciteit onvoldoende zou zijn om hogere percentages aan te kunnen.

Volgens beide organisaties blijft de ontwikkeling van de mestverwerkingscapaciteit achter vanwege een drietal redenen: De doorlooptijd van vergunningsprocedures voor installaties is lang, initiatiefnemers wachten af tot er meer duidelijkheid is omtrent de status van mineralenconcentraten en het blijkt moeilijk om de financiering van nieuwe installaties rond te krijgen. In tegenstelling tot de Commissie Deskundigen Mestbeleid pleiten LTO en NVV daarom voor om de verwerkingspercentage in 2016 niet te verhogen.

LTO en NVV erkennen, dat voor het bereiken van evenwicht in de mestmarkt hogere verwerkingspercentages nodig zijn, maar geven aan dat het op dit moment nog niet mogelijk is dergelijke hogere percentages te realiseren. Voor een doorbraak in de ontwikkeling van verwerkingscapaciteit wordt in overleg met EZ en sectorpartijen bezien of hiervoor het door de  EU beschikbaar gemaakte geld kan worden benut.

Lees hier de gehele brief