‘Ik krijg mineralenconcentraat aangeboden. Dat lijkt me best een mooi product, maar hoe werkt het precies en is het wat?’ Die vraag werd me onlangs gesteld door een veehouder. Terecht want mineralenconcentraat hangt een beetje tussen dierlijke mest en kunstmest in, maar ook weer niet. Bovendien is er een onderscheid tussen mineralenconcentraat afkomstig van een producent die deelneemt aan het pilot-project en een producent die dat niet doet. Hieronder een kort overzicht van zaken die van belang zijn.

Mineralenconcentraat is het eindproduct dat ontstaat bij verwerking van dierlijke mest door ultrafiltratie of gelijkwaardige technieken, gevolgd door omgekeerde osmose. Mineralenconcentraat moet niet worden verward met spuiwater. Waar spuiwater valt onder de overige meststoffen (net zoals kunstmest), geldt dat  mineralenconcentraat valt onder de definitie van dierlijke mest in de Meststoffenwet en het Besluit gebruik meststoffen. Qua werking  zou mineralenconcentraat de werking van kunstmest kunnen benaderen en daarmee een deel van de aanvoer van kunstmest kunnen vervangen wat voordeel zou kunnen hebben met betrekking tot de besparing van energie, kosten en grondstoffen. Dan moet het uiteraard wel een vergelijkbare werking hebben, en aan dezelfde voorwaarden kunnen voldoen,  als kunstmest. Daarvoor loopt van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2017 een zogenaamd pilot project.

Wie mineralenconcentraat aan wil voeren en die mee wil laten tellen als kunstmestvervanger moet een overeenkomst sluiten met een erkende producent (= deelnemer aan de pilot) en zich eenmalig aanmelden als deelnemer van het pilotproject voordat de eerste vracht mineralenconcentraat op uw bedrijf is aangevoerd.

In deze overeenkomst staan minimaal de volgende onderdelen:

  • naam en relatienummer van de erkende producent
  • naam en relatienummer van de gebruiker
  • verklaring dat de gebruiker het eindproduct mineralenconcentraat afneemt
  • datum en handtekeningen van de producent en de gebruiker

De gebruiker van mineralenconcentraat moet, naast de reguliere administratieve verplichtingen, de volgende gegevens bijhouden in de administratie:

  • de oppervlakte en de ligging van de percelen waarop het mineralenconcentraat wordt gebruikt;
  • de hoeveelheid mineralenconcentraat die per perceel wordt gebruikt;
  • de voorraad mineralenconcentraat op 31 december van het desbetreffende jaar

Daarnaast zijn binnen de pilot de volgende regels opgesteld voor de verhandeling van mineralenconcentraat:

  • Elke vracht mineralenconcentraat in het onderzoek moet worden gewogen, bemonsterd,  vervoerd en geanalyseerd op de wijze zoals dit verplicht is voor dierlijke mest.
  • Vervoerder, leverancier en afnemer vullen samen een Vervoersbewijs dierlijke meststoffen (VDM) met mestcode 120 en ondertekenen deze. De vervoerder dient het VDM in bij RVO.
  • Vervoer van mineralenconcentraat moet rechtstreeks van de producent naar de gebruiker. Tussenopslag bij een intermediair is niet toegestaan. Opslag op het bedrijf van de gebruiker mag wel. Mengen met andere mest- of afvalstoffen of met een mineralenconcentraat van een andere producent is niet toegestaan.
toedienen mineralenconcentraat
Voorbeeld van de toediening van mineralenconcentraat

Het belangrijkste voordeel van het gebruik van mineralenconcentraat van een deelnemende producent is dat de gebruiksnorm voor dierlijke mest niet geldt voor het gebruik van mineralenconcentraat. Het mineralenconcentraat telt wel mee voor de gebruiksnormen voor fosfaat en werkzame stikstof. Voor de werkzame stikstof- en de fosfaatgebruiksnorm tellen de hoeveelheid stikstof en fosfaat voor 100% mee. De stikstofwerkingscoëfficiënt is 100%.

Wie zich niet heeft aangemeld voor het onderzoek of geen contract met een deelnemende producent heeft en wel mineralenconcentraat aanvoert, telt het gebruik van mineralenconcentraat gewoon mee voor de gebruiksnorm dierlijke mest. Dat is ook het geval de voorschriften niet worden heeft gehouden.

Voor mineralenconcentraat buiten het onderzoek gelden de gebruikelijke regels voor dierlijke meststoffen. Dit geldt ook voor mineralenconcentraat dat afkomstig is uit bijvoorbeeld ultrafiltratie. Maak dan dus geen gebruik van mestcode 120.

Dan nog iets over de samenstelling: Hoewel de term mineralenconcentraat wellicht de associatie van hoge gehalten oproept, valt dat in de praktijk mee: de samenstelling van mineralenconcentraat (gemiddeld over een aantal producenten) bedraagt: 7,7 kg N, 0,2 kg P2O5 en 8,5 kg K2O per ton product.