Mineralenconcentraten zijn producten uit mestverwerkingsinstallaties die ontstaan wanneer de dunne fractie na mestscheiding verder wordt behandeld door middel van ultrafiltratie (of gelijkwaardige technieken), gevolgd door omgekeerde osmose. Hierbij ontstaan een waterige fractie en een fractie met de mineralen: het mineralenconcentraat. Mineralenconcentraten bevatten mineralen die op zich prima geschikt zouden zijn om als stikstof-kali meststof te worden toegediend aan landbouwgewassen.

Nu steeds meer mest wordt verwerkt, zou het kunnen dat meer aanbod van mineralenconcentraat ontstaat. De vraag is echter: waar moet je met de mineralenconcentraten naar toe: De Nitraatrichtlijn (91/676/EEG) staat niet toe dat mineralenconcentraat als kunstmestvervanger wordt aangemerkt omdat dierlijke mestproducten niet voldoen aan de technische productspecificaties die worden opgelegd in de Verordening voor meststoffen (2003/2003/EC). Mineralenconcentraten worden daarmee gezien als dierlijke mest en de toepassing ervan is uitsluitend toegestaan binnen de gebruiksnorm dierlijke mest van 170 kilo stikstof per hectare per jaar.

De afgelopen jaren is al het nodige onderzoek verricht naar mineralenconcentraten. Deze onderzoekingen moeten een bijdrage leveren aan een permanente voorziening waarin  mineralenconcentraat als overige meststof (kunstmestvervanger) wordt erkend. Dit streven heeft ook de aandacht van de Staatsecretaris, die  daarbij kiest voor een benadering via drie sporen om de toepassingsmogelijkheden van mineralenconcentraat te vergroten:

  • aanpassing van de Europese kaders voor meststoffen;
  • het inhaken op de discussie over circulaire economie;
  • inzetten op vergroting van de pilot mineralenconcentraat en daarna derogatie.

Het heeft er alle schijn van dat de eerste twee punten vooral zijn gericht op de (middel)lange termijn en de ruimte voor de komende jaren moet worden gezocht in uitbreiding van de pilot. Zowel qua aantal deelnemers als reikwijdte (bijvoorbeeld toepassing op derogatiebedrijven).  Maar ook daarvoor is Nederland afhankelijk van de instemming van de Europese Commissie. al gaat het maar om zoiets als uitbreiding van het aantal bedrijven dat aan de pilot deelneemt te mogen vergroten.

Op 1 januari 2015 is de pilot verlengd voor een periode van drie jaar. Gedurende deze periode zal de pilot worden gebruikt om, in overleg en op basis van adviezen van de Europese Commissie en sectorpartijen, een systeem van borging en handhaving te ontwikkelen en te testen. Deze opzet dus weliswaar in dienst van de voorbereiding op de eerder genoemde permanente voorziening in de Nitraatrichtlijn voor het gebruik van hoogwaardige meststoffen uit dierlijke mest, maar dient ook om lucht te scheppen voor de mestverwerkingsinitiatieven die nu mineralenconcentraat produceren en af willen zetten.

De realiteit is dan ook dat de conclusie dat een permanente voorziening op zijn vroegst per 2018 zal kunnen worden gerealiseerd, een reële of zelfs een optimischte lijkt. Tenminste tot die tijd zullen mineralenconcentraten worden gezien als dierlijke mest en zal de ruimte moeten worden gezocht in de ruimte die de pilot biedt.

Meer informatie over de regels en voorwaarden van de pilot en de toepassing van mineralenconcentraten  vindt u hier