Iedere (agrarische) ondernemer krijgt te maken met toezicht en controle. Soms maken toezichthouders hiervoor een afspraak, soms vindt het toezicht op een onverwacht moment plaats. Over het algemeen verloopt het toezicht in goede sfeer en zonder problemen. Toch is het goed uw rechten en plichten met betrekking tot toezicht en controles te kennen.

Toezicht houdt in: controle op de naleving van wettelijke regels. Een toezichthouder verricht dan ook een controlerende taak. Het toezicht is dan ook niet zozeer een reactie op onrechtmatig gedrag, maar een instrument om te onderzoeken of daar mogelijkerwijs sprake daarvan kan zijn. De toezichtsbevoegdheden en –rechten kunnen dan ook worden uitgeoefend in situaties waarin in het geheel nog geen verdenking van een overtreding van de voorschriften bestaat. Ook is niet vereist dat er een vermoeden bestaat dat een voorschrift niet is nageleefd. Er is immers sprake van controle, niet van opsporing. Dit laatste beperkt ook de middelen en rechten waarvan een toezichthouder gebruik kan maken. Deze  gaan minder ver dan wanneer sprake is van opsporing.

dossiers
Een toezichthouder mag inzicht vragen in de administratie. Het doorzoeken van de administratie is een ander punt.

Een toezichthouder moet zich ingevolge art. 5:12 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) legitimeren en bekendmaken als toezichthouder. Tevens moet de toezichthouder aan betrokkene mededelen wat de achterliggende reden en het doel van de controle is. Een toezichthouder mag zijn bevoegdheden alleen gebruiken als hij voor die toezichthoudende taak bij of krachtens een wettelijk voorschrift is aangewezen. Heeft de toezichthouder zich gelegitimeerd en de reden van zijn bezoek duidelijk gemaakt, dan mag hij gebruik maken van zijn bevoegdheden als toezichthouder. Deze bevoegdheden en rechten zijn vastgelegd in artikel 5:15 tot en met 5:20 Awb en  kunnen als volgt worden samengevat:

  • Het betreden van elke plaats (zo nodig met behulp van de politie), met uitzondering van een woning als de bewoner daar geen toestemming voor geeft;
  • Het vorderen van inlichtingen;
  • Het vorderen van inzage van een identiteitsbewijs;
  • Het vorderen van inzage van zakelijke gegevens en bescheiden waaronder ook vallen gegevens die langs elektronische weg zijn vastgelegd
  • Het maken van kopieën van zakelijke gegevens en bescheiden;
  • Het meenemen van zakelijke bescheiden als ter plekke geen kopieën kunnen worden gemaakt;
  • Het onderzoeken van zaken en nemen van monsters;
  • Het meenemen van zaken als het onderzoek of de monsterneming niet ter plaatse kan geschieden
  • Het onderzoeken van vervoermiddelen en hun lading met betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak heeft;
  • Het vorderen dat een voertuig door de bestuurder stil wordt gehouden en door de bestuurder naar een door de toezichthouder aangewezen plaats wordt overgebracht;
  • Het vorderen van inzage van een bestuurder van een vervoermiddel van de wettelijk voorgeschreven bescheiden.

Uit deze opsomming blijkt dat de bevoegdheden van een toezichthouder verstrekkend zijn. Ze zijn echter niet onbeperkt. Een algemene norm daarvoor is gegeven in artikel 5:13 Awb: ‘Een toezichthouder maakt van zijn bevoegdheden slechts gebruik voor zover dat redelijkerwijs voor de invulling van zijn taak nodig is’. Zo mogen bijvoorbeeld geen ‘inkijkoperaties’ worden uitgevoerd, dat wil zeggen zaken en handelingen waarvan betrokkene niet op de hoogte is. Evenmin mag de uitoefening van de bevoegdheid tot toezicht niet zo ver gaan dat plaatsen worden doorzocht.

Betrokkene dient wel medewerking te verlenen aan een controle. In artikel 5:20, eerste lid, Awb is voorgeschreven dat ‘een ieder verplicht is aan een toezichthouder alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs kan worden gevorderd bij de uitoefening van het toezicht’. Deze medewerkingsplicht kan op grond van de Awb overigens niet door oplegging van een sanctie worden afgedwongen. Dit met uitzondering van bepaalde aspecten die specifiek strafbaar zijn gesteld (een voorbeeld daarvan is het niet tonen van een identiteitsbewijs na een verzoek daartoe).

Bovenstaande geldt overigens niet alleen voor de direct betrokkene. Bij eenieder (medewerkers, leveranciers, afnemers, adviseurs) die mogelijk belangrijke informatie zou kunnen verschaffen in het kader van de controle, mag de toezichthouder gebruik maken van zijn bevoegdheden.

Tenslotte is van belang dat ingevolge artikel 5.10a, eerste lid, Awb geldt dat degene die wordt verhoord met het oog op het opleggen van een bestraffende sanctie, niet verplicht is verklaringen over de overtreding af te leggen. In dit kader geldt: liever geen verklaring dan een belastende verklaring.

Kort samengevat betekent dit:

  • Een toezichthouder moet zich altijd legitimeren, duidelijk maken dat hij gerechtigd is toezicht te houden en de reden van zijn bezoek duidelijk maken. De toezichthouder mag zijn bevoegdheden als toezichthouder alleen binnen het door hem aangegeven doel gebruiken.
  • Sommige bevoegdheden van een toezichthouder zijn verstrekkend en komen wellicht wat onheus, beklemmend of intimiderend over. Blijf kalm en vriendelijk, verleen medewerking en geef openheid van zaken voor zover het gegevens betreft. Vraag om enige tijd wanneer er om verklaringen wordt gevraagd. Het is niet verplicht een verklaring af te leggen. Het is zeker niet verplicht om direct een verklaring af te leggen.
  • De bevoegdheden van een toezichthouder zijn verstrekkend, maar niet onbeperkt. Er is sprake van controle, niet van opsporing. Opsporingsactiviteiten, zoals doorzoekingen, zijn dan ook niet toegestaan onder de noemer toezicht: ken uw rechten.
  • Het toezicht en de controle hoeft niet alleen beperkt te blijven tot de direct betrokkene, ook andere partijen die over belangrijke informatie kunnen beschikken die van belang wordt geacht in het kader van de controle, kunnen, mogen en zullen door de toezichthouder worden benaderd.
  • Ga niet te snel mee in stellingen die de controleurs innemen en ook is het niet verstandig te snel in te stemmen met berekeningen die ter plaatse worden gemaakt. Zeker bij bijvoorbeeld het vaststellen van de begin- en eindvoorraad van de mestopslag is het raadzaam hier eerst zelf ook onderzoek naar te doen, alvorens in te stemmen met de berekening van de toezichthouder. Neem een en ander voor kennisgeving aan en geef aan er later op terug te komen.
  • Onderteken een verklaring niet eerder dan het moment waarop de inhoud van de verklaring klopt. Geef bij twijfel aan er later op terug te komen of dat eerst na zult kijken en het dan door zult geven.
  • Bij twijfel, kunt u vragen de afspraak voor de controle op een later moment  in te plannen, bijvoorbeeld  omdat u zich graag wilt dat uw adviseur tijdens de controle aanwezig is.