RVO corrigeert gehalten voorraad dierlijke mest

Steeds vaker zien we dat RVO bij administratieve controles de begin- en/of eindvoorraad dierlijke mest aanpast ten opzichte van de oorspronkelijke opgave. Dit leidt er soms toe dat op basis van deze aanpassing een boete wordt opgelegd In de meest gevallen waarin zich dit voordoet was de voorraad dierlijke mest opgegeven op basis van de forfaitaire gehalten van de betreffende mestcode. Bij de controle laat RVO de opgegeven hoeveelheid (tonnen mest) in stand, maar past de gehalten aan stikstof en fosfaat in de begin en/of eindvoorraad aan. In sommige situaties leidt dit tot lagere waarden, waardoor – bijvoorbeeld na aanpassing van de eindvoorraad dierlijke mest – niet meer aan de verantwoordingplicht wordt voldaan en een boete wordt opgelegd. Een voorbeeld: De… Lees meer

Lees verder

Interne mesttransporten en verantwoordingsplicht

De Meststoffenwet (hierna: Msw) stelt dat van elk vervoer van dierlijke mest een vervoersdocument (hierna: VDM) moet worden opgemaakt. Op die verplichting geldt een uitzondering voor transporten van dierlijke meststoffen binnen een bedrijf. Dit betekent niet dat er geen administratie hoeft te worden bijgehouden van dergelijke transporten. Zeker bij complexere bedrijfsstructuren of externe opslagen is het van belang te kunnen voldoen aan de verantwoordingsplicht (artikel 14 van de Msw). Met die achtergrond kan bijvoorbeeld een duidelijke omschrijving op de factuur voor dergelijke transporten, verhelderend werken. Al is het maar om een procedure zoals hieronder is beschreven te voorkomen. Deze procedure, waarin het CBb (hierna: het College) onlangs uitspraak deed, betrof een… Lees meer

Lees verder

Aanpassingen Besluit gebruik meststoffen

In het Besluit gebruik meststoffen (hierna: Bgm) worden voorschriften gegeven voor het gebruik van meststoffen. Onlangs zijn een aantal wijzigingen in het Bgm doorgevoerd: Toevoegen van herwonnen fosfaten als meststof in het Bgm Begin 2015 is in het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet een nieuwe categorie meststoffen, ‘herwonnen fosfaten’, toegevoegd. Op grond van artikel 1a van het Bgm mogen herwonnen fosfaten, voor zover zij voldoen aan de eisen van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet, op de Nederlandse bodem worden gebruikt. Deze wijziging van het Bgm strekt ertoe nadere regels te stellen aan het gebruik van herwonnen fosfaten. Hierbij wordt aangesloten bij de eisen die worden gesteld aan overige organische meststoffen. Tevens wordt in het Bgm een… Lees meer

Lees verder

Rekenmodel grondgebondenheid gepubliceerd

Op verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken heeft staatssecretaris van Dam de rekenwijze met betrekking tot de grondgebondenheid behorende bij de AMvB Verantwoorde groei melkveehouderij gepubliceerd. Hij heeft aan dit verzoek gehoor gegeven door middel van een brief met een toelichting en een aantal rekenvoorbeelden. De brief kan hier worden gedownload. De inhoud van de brief spreekt voor zich, wellicht met één uitzondering waarover de nodige verwarring bestond: de extra grond die nodig zou zijn wanneer de fosfaatproductie niet toe zou nemen. In stap 2.2 van de berekening wordt gesteld dat als de fosfaatproductie van het melkvee niet toeneemt, geen extra grond in het bedrijf hoeft te worden… Lees meer

Lees verder

Matiging van een boete vanwege ernst, verwijtbaarheid en omstandigheden

Artikel 5.46 tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) stelt dat een bestuursorgaan een bestuurlijke boete afstemt op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten en daarbij zo nodig rekening met de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd. In het derde lid van hetzelfde artikel wordt gesteld dat het boetebedrag dient te worden gematigd wanneer zich een bijzondere omstandigheid voordoet. Of bepaalde omstandigheden in deze relevant zijn en wat als bijzondere omstandigheid kwalificeert dient per situatie te worden afgewogen. Een aardig voorbeeld is onderstaande uitspraak van de Rechtbank Gelderland van 15 september 2015. De Casus Een paardenhouder die beschikt over 4.90 hectare grasland… Lees meer

Lees verder

Mestvolume telt niet voor verantwoordingsplicht: het fosfaatgat (3)

Onlangs deed de rechtbank uitspraak in een zaak die handelde over een varkensbedrijf met weinig grond die alle geproduceerde mest afvoert van het bedrijf. De hoeveelheid stikstof en fosfaat die werd geproduceerd via de stalbalans, werd echter niet teruggevonden in de afgevoerde mest en de voorraadmutatie. Hierdoor voldeed het bedrijf niet aan de verantwoordingsplicht (artikel 14 van de Meststoffenwet). Een situatie die voor veel bedrijven herkenbaar is. In dit geval legde RVO het bedrijf hiervoor een boete op. De varkenshouder tekende beroep aan tegen deze boete. De varkenshouder geeft ter zitting aan dat hij alle geproduceerde mest heeft afgevoerd of in voorraad heeft. Hij onderbouwt dit door middel van een volumeberekening, waarbij is uitgegaan… Lees meer

Lees verder

Advies Raad van State wetsvoorstel Wet grondgebonden groei melkveehouderij

De Afdeling advisering van Raad van State (hierna: de Afdeling) adviseert over wetgeving en bestuur. De Afdeling adviseert uitsluitend over de juridische context en juistheid van de Wet zelf en in relatie met andere wetgeving. Inhoudelijk velt de Afdeling geen oordeel. Onlangs heeft de Afdeling advies uitgebracht over het wetsvoorstel grondgebonden groei melkveehouderij. Het wetsvoorstel (klik hier) en de memorie van toelichting (klik hier) zijn op 26 september 2015 bij de Tweede Kamer ingediend ter behandeling door de vaste commissie voor Economische Zaken. Daarmee is ook het advies van de Afdeling openbaar geworden. De Afdeling gaat in haar advies met name in op twee punten: als eerste de regulering van het eigendomsrecht en de manier waarop… Lees meer

Lees verder

Intrekken derogatie bij alleen overschrijden gebruiksnormen voor 2013 niet toegestaan

Onlangs deed de rechtbank Noord-Nederland een opvallende uitspraak over het intrekken van derogatie als gevolg van het overschrijden van de gebruiksnormen. Een rundveehouder heeft zich voor 2013 overeenkomstig artikel 25, eerste lid, van de uitvoeringsregeling Meststoffenwet (hierna: de Regeling) aangemeld voor derogatie zodat voor dierlijke meststoffen in beginsel de gebruiksnorm van 250 kilogram stikstof per hectare per jaar van toepassing is. In uitspraken van 23 mei 2013, zie onder meer ECLI:NL:CBB:2013:CA2378, heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) uitgesproken dat de omstandigheid dat derogatie kan worden ingetrokken wanneer één van de gebruiksnormen wordt overschreden, duidelijk, voorzienbaar en kenbaar in het wettelijk voorschrift zelf dient te zijn opgenomen. Omdat… Lees meer

Lees verder

Overschrijding redelijke termijn ook argument voor schadevergoeding

Onlangs deed het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: CBb) uitspraak in een beroepszaak waarin de staatssecretaris aan appellant een boete had opgelegd wegens het overschrijden van de gebruiksnormen. Gedurende de procedure heeft de staatssecretaris de voorraden dierlijke meststoffen herzien aan de hand van gegevens over fosfaat en stikstof van het bedrijf van appellant in de afgevoerde mest. Op basis van deze herziening komt de staatssecretaris tot de conclusie dat geen sprake is van overschrijding van de gebruiksnormen en daarmee de grondslag voor de opgelegde boete komt te vervallen. Het CBb verklaart daarmee het beroep van appellant gegrond en veroordeelt de staatssecretaris in de door appellant gemaakte proceskosten in… Lees meer

Lees verder

Bestuurlijke boete dient gebaseerd te zijn op concrete feiten en omstandigheden

Om het opleggen van een boete te voorkomen is het, conform artikel 14, eerste lid, van de Meststoffenwet (Msw), aan de vermeende overtreder om de hoeveelheid fosfaat, respectievelijk stikstof in de aangevoerde, geproduceerde en afgevoerde mest te verantwoorden. Dit neemt niet weg dat de wetgever, wanneer deze een bestuurlijke boete wil opleggen, op basis van concrete feiten en omstandigheden dient aan te tonen dat een vermeende overtreder de verantwoordingsplicht inderdaad niet heeft nageleefd. Onderstaande uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) is een voorbeeld van dat deze feiten en omstandigheden ook voldoende concreet moet zijn. De Algemene Inspectie Dienst (AID) heeft in het kader van het toezicht op de naleving van de… Lees meer

Lees verder