Groei melkveehouderij alleen met extra grond

Melkveebedrijven moeten hun grondgebonden karakter behouden en versterken. Dat schrijft staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken in een brief aan de Tweede Kamer waarmee ze de algemene maatregel van bestuur (AMvB) grondgebondenheid aanbiedt. Dat betekent dat melkveebedrijven die uitbreiden dat voor een deel moeten baseren op meer grond. De AMvB is onderdeel van de  Wet verantwoorde groei melkveehouderij die op 1 januari 2015 van kracht is geworden. Deze wet bepaalt dat bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) beperkingen zullen worden gesteld aan de mogelijkheid om grondloos te groeien. De invulling daarvan staat beschreven in de brief van de staatssecretaris. De AMvB heeft tot doel te borgen dat uitbreiding in de melkveehouderij tenminste gedeeltelijk grondgebonden plaatsvindt. Melkveebedrijven… Lees meer

Lees verder

Nader onderzoek gewenst…..

Wie in de tabellenbrochure Mestbeleid 2015 kijkt bij de normen voor de aan- en afvoer van dieren en meer specifiek van varkens (zie Figuur hieronder), ziet dat de fosfaatnorm per kg lichaamsgewicht voor vleesvarkens, fokzeugen, fokberen, slechtzeugen en biggen van circa 25 kg (ongeveer) gelijk zijn. De norm van opfokzeugen wijkt met 0.0132 kg fosfaat per kg lichaamsgewicht hier van af. Een foutje ? Twee cijfers omgedraaid ? Neen, het is een wijziging die is aangebracht naar aanleiding van onderzoek door Wageningen UR Livestock Research (klik hier voor dit rapport). Op basis van dit onderzoek heeft de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet geadviseerd om de forfaitaire normen voor de P-vastlegging in opfokzeugen… Lees meer

Lees verder

Melkveefosfaatreferentie: beschikkingen worden verstuurd

Op dit moment worden de beschikkingen van de melkveefosfaatreferentie verstuurd. Deze beschikking is hetbesluit omtrent het ontwikkelingsplafond waarbinnen een melkveebedrijf, zonder extra mestverwerking, extra grond of een combinatie van beiden,  mag ontwikkelen. De melkveefosfaatreferentie wordt berekend op basis van de in 2013 gehouden aantallen melkvee vermenigvuldigd met de forfaitaire fosfaatproductienormen op het moment van ingaan van de Wet (1 januari 2015) verminderd met de plaatsingsruimte voor fosfaat berekend op basis van oppervlakte landbouwgrond in 2013 vermenigvuldigd met de fosfaatgebruiksnormen van 2013. Komt uit deze berekening een negatief getal, dan wordt de melkveefosfaatreferentie op nul gesteld. De beschikking is een besluit waartegen de mogelijkheid van bezwaar open staat. Gezien het belang van melkveefosfaatreferentie voor de ontwikkeling van… Lees meer

Lees verder

Fosfaat vervluchtigt niet en spoelt (bijna) niet uit

Onlangs deed de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak in een zaak die onder andere handelde over de vraag of fosfaat uit een (mest)voorraad kan verdwijnen. De verweerder (RVO) in deze zaak had aan een viertal eisers een bestuurlijke boete opgelegd van in totaal € 495.000,-. Dit omdat in de periode 1 januari 2008 tot en met 13 september 2010 93.367 kg fosfaat niet was verantwoord. Uit het onderzoek van de toenmalige Algemene Inspectiedienst (thans Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit, hierna: NVWA) blijkt in het kort dat door eisers 93 vrachten (3.162 ton) vaste dierlijke meststoffen met 159.032 kg fosfaat zijn aangevoerd. Deze mest is vervolgens gemengd met partijen grond, waarbij de ontstane partijen maximaal 10% dierlijke meststoffen bevatten. De totale hoeveelheid werd opgegeven als… Lees meer

Lees verder

Wijziging Bgm en Ubm 2015

Vanaf  10 maart ligt een ontwerpwijziging van het Besluit gebruik meststoffen (Bgm) en het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet  (Ubm) ter inzage. Gedurende  een termijn van zes weken kan iedereen die wil een zienswijze met betrekking tot deze wijziging van het besluit indienen via een  zogenaamde internetconsultatie. De consultatie is bedoeld om bij gebruikers/toepassers en andere belanghebbenden na te gaan of de voorgenomen veranderingen in de regelgeving voldoende aansluiten bij de praktijk en of ze haalbaar zijn. De aanpassingen in het Bgm zijn gericht op: het verantwoord kunnen gebruiken van herwonnen fosfaten, het toepassen van drijfmest bij de inzaai van winterkoolzaad voor (olie)zaadwinning in het volgende seizoen, het toepassen van stikstofkunstmest in de… Lees meer

Lees verder

In uw voordeel bijgesteld…

Bij de beoordeling of een bedrijf voldoet aan de gebruiksnormen past RVO bij sommige posten bijstellingen toe in het voordeel van het bedrijf. De afvoer van dierlijke mest is zo’n post. In het toelichtend rapport bij de (boete)berekening wordt dan bijvoorbeeld gesteld: ‘De post ‘afvoer’ heb ik berekend aan de hand van de Vervoersbewijzen dierlijke meststoffen waarbij u als leverancier staat geregistreerd. RVO heeft deze post in uw voordeel bijgesteld’. Dat is mooi! Toch is het van belang na te gaan op basis van welke gegevens een correctie is berekend. Ter illustratie onderstaand voorbeeld van een vleesvarkensbedrijf. Voor het gemak is aangenomen dat de mutatie van voorraadposten voer, dieren (netto) nul  is geweest, het bedrijf niet beschikt over grond en de eindvoorraad… Lees meer

Lees verder

Aanmelden pilot bedrijfsspecifieke fosfaat gebruiksnorm

In een eerder bericht is al aangekondigd dat de pilot bedrijfsspecifieke fosfaatgebruiksnorm ook in 2015 weer van kracht zou worden. Melkveehouders die aantoonbaar meer opbrengst hebben dan gemiddeld en daarmee meer fosfaat aan de bodem onttrekken, moeten ook meer fosfaat kunnen bemesten. Inmiddels is ook de aanmeldingstermijn opgesteld.  Per jaar wordt de pilot beperkt opengesteld voor deelname, dit jaar loopt die tot 22 maart 2015 en voor maximaal 100 (nieuwe) deelnemers. Wie mee wil doen moet wel aan een aantal voorwaarden voldoen: Beschikken over drie jaar kringloopwijzergegevens. Bij opgave van onjuiste gegevens wordt er geen ontheffing verleend of volgt intrekking van de ontheffing BEP. Voor deelname wordt, na het verstrekken van… Lees meer

Lees verder

Een termijn van orde….

Al eerder kwam op deze site het begrip ‘redelijke beslistermijn’ aan de orde. Dit in het kader van de termijn die mag verstrijken tussen het moment van de aankondiging van het voornemen tot het opleggen van een boete tot het moment dat de definitieve boete wordt opgelegd. Een andere termijn die vaak wordt genoemd is de zogenaamde 13 weken termijn: Binnen 13 weken na dagtekening van een proces-verbaal van de NVWA moet door het bevoegde gezag een besluit worden genomen over de boete. Hoe deze termijn moet worden geïnterpreteerd blijkt uit onderstaand voorbeeld: Bij besluit van 16 december 2010 heeft de staatssecretaris aan appellant een bestuurlijke boete opgelegd wegens overtreding van… Lees meer

Lees verder

Verwijtbaarheid bij overschrijding van de gebruiksnormen

Regelmatig wordt in procedures rond de overschrijding van de gebruiksnormen een beroep gedaan op schuld en verwijtbaarheid: Er is weliswaar sprake van een overschrijding van de gebruiksnormen, maar dit kan niet worden aangemerkt als verwijtbaar: ‘de gehalten in de aangevoerde mest vielen hoger uit dan gedacht’ of juist ‘de gehalten in de afgevoerde mest vielen lager uit dan verwacht’. Gevoelsmatig en bezien vanuit de praktijk volledig te begrijpen, maar de rechter zal er ongevoelig voor zijn. Een belangrijk uitgangspunt binnen de Meststoffenwet (hierna: Msw) is de verantwoordingsplicht. Artikel 7 van de Msw stelt dat het verboden is om meststoffen op of in de bodem te brengen. In artikel 8 van… Lees meer

Lees verder

Ook in 2015 ontheffing voor de fosfaatgebruiksnorm via pilot Kringloopwijzer

Staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken heeft door middel van de Kennisgeving ontheffingen Meststoffenwet BEP Pilot 2015  bekend gemaakt, aan maximaal 150 melkveebedrijven ontheffing te willen verlenen om af te wijken van de fosfaatgebruiksnorm. Een en ander vindt plaats in een pilot waarbij in het kader van het vijfde actieprogramma Nitraatrichtlijn via praktijkbedrijven wordt verkend of implementatie van fosfaatevenwichtsbemesting op basis van de Kringloopwijzer in de praktijk goed te borgen is, zonder extra handhavingslasten voor de overheid. In de pilot  wordt ervaring opgedaan worden met borging en handhaving van een dergelijk bedrijfsspecifiek systeem en worden de juridische en praktische mogelijkheden voor een eventuele wettelijke verankering verkend. De pilot gaat het tweede jaar in. Ten behoeve van de pilot is  een platform opgericht dat… Lees meer

Lees verder