Bedrijven met melkvee mogen vanaf 2015 alleen nog groeien als er voldoende grond bij het bedrijf in gebruik is om de extra mest aan te wenden. Of als het bedrijf de extra geproduceerde mest volledig laat verwerken. Een combinatie van grond en mestverwerking om de extra mest te verantwoorden is ook mogelijk.

Het kenmerk dat wordt gebruikt om te bepalen of een bedrijf is gegroeid wordt de melkveefosfaatreferentie genoemd. Dit cijfer is dus van groot belang voor de toekomst van een bedrijf. Binnenkort stuurt RVO aan elk melkveebedrijf een kennisgeving van de voor het bedrijf berekende melkveefosfaatreferentie.

De melkveefosfaatreferentie is de maat voor het door melkvee geproduceerde fosfaatoverschot in 2013 en wordt berekend als:

De melkveefosfaatreferentie  = de mestproductie (in kilogram fosfaat) van het in 2013 op het bedrijf gehouden melkvee – de fosfaatruimte op basis van de oppervlakte grond die in 2013 bij het bedrijf in gebruik was.

Is de mestproductie kleiner dan de fosfaatruimte, dan is de melkveefosfaatreferentie nul. Alleen actieve bedrijven die in 2013 melkvee hebben gehouden krijgen een melkveefosfaatreferentie

Binnenkort start RVO met de verzending van de beschikkingen met de definitieve melkveefosfaatreferentie 2013. Zijn de referentiegegevens 2013 die RVO heeft gebruikt niet juist? Dan staat daartegen de mogelijkheid van bezwaar open. Dit kan bijvoorbeeld door de RVO de juiste stukken toe te zenden via ‘Direct regelen’ op de site van RVO.

Het is belangrijk van alle wijzigingen een bewijsstuk mee te sturen. Voorzie bewijsstukken bovendien van een handtekening van andere betrokkenen of documenten van derden, bijvoorbeeld facturen, met bijbehorende bankafschriften.

Hieronder is per referentiegegeven aangegeven welke bewijsstukken u mee kunt sturen. Uit de bewijsstukken moet blijken wat het juiste referentiegegeven voor 2013 moet zijn.

  • Melkproductie: afschriften van de melkfabriek (melkleverantieoverzicht)
  • Diercategorie: veesaldokaarten
  • Dieraantallen: aan- en afvoerbewijzen, facturen, veesaldokaarten
  • Oppervlakte landbouwgrond en natuurterrein: eigendomsaktes, pachtcontracten, grondgebruiksverklaring, overeenkomsten met beheersregime waaruit het gebruik van de grond blijkt, overeenkomsten van grond met anderen waaruit de oppervlakte van het perceel en de periode van gebruik blijkt
  • Fosfaattoestand van de bodem (PAL- en Pw-waarde): analyseverslagen die geldig waren in 2013

Let op: Uitdraaien van het bedrijfsmanagementsysteem (BMS) gelden niet als bewijsstuk.

koe in wei
bij groei: extra grond  of volledige verwerking van de extra geproduceerde mest

Vond er in 2013 een bedrijfsoverdracht plaats of is het bedrijf in 2014 vóór 1 november 2014 overgenomen? Dan worden de gegevens van het overgenomen bedrijf genomen als uitgangspunt voor de berekening van de melkveefosfaatreferentie. Bedrijven die na 1 november 2014 zijn opgericht hebben een melkveefosfaatreferentie van nul.

De melkveefosfaatreferentie is bedrijfsgebonden en niet verhandelbaar. De melkveefosfaatreferentie kan alleen overgaan naar een andere landbouwer:

  • bij een overdracht van het bedrijf door erfopvolging,
  • of als er sprake is van bloed- of aanverwantschap in de eerste, tweede of derde graad

Bij elke andere vorm van overdracht van een bedrijf, of bedrijfsbeëindiging, vervalt de melkveefosfaatreferentie en wordt de melkveefosfaatreferentie nul.